Als er woorden opkomen in het Sprakeloze verdwijnt het Sprakeloze niet. Als er denken opkomt, verdwijnt het Ondenkbare niet. Het leven gaat door, maar wat voorafgaat aan het leven verdwijnt niet. De schepping laat het ongeschapene niet verdwijnen. En, Dat ben je zelf.
Zelf ga je vooraf aan elk woord, aan elk denken, aan het leven, aan de schepping. De vormen die er komen blijven doorzichtig niet-beperkend. De sfeer blijft onbeperkt. We zitten dus samen in de zaal en er is niemand.
Steeds creëer ik weer mijn wereld.
Zie die creatie niet persoonlijk. Natuurlijk is er een persoonlijke bijdrage aan de schepping, maar er is meer. Ga precies kijken. Vaak wordt er erg oppervlakkig gezegd: ‘The world is in your mind’ en ‘Je creëert zelf je wereld’. Dat is onzin. Je schept niet de wereld. Daarvoor ben je veel te beperkt. Dat is teveel eer voor je. Dat is hoogmoedswaanzin. Wat er gebeurt is dat er beelden opkomen, inclusief de zelf-ervaring. De beelden komen zomaar naar boven in het grote geheel. Daarin is alles opgenomen, ook de ik-verschijnselen. In de grote sfeer komt alles op en daarin verdwijnt alles. Dat proces is naamloos. Het heeft geen schepper. Waar komt de schepping vandaan, waar komt māyā vandaan? Daarover is niets te zeggen, in ieder geval niet dat het ik de schepping regelt.
Je stelt wel vast dat je niet verschillend bent van die grote, oneindige ruimte en alles wat zich daarin toont.
Steeds is er weer een aandacht voor de dingen.
Aandacht is een beperkt bewustzijn. Als je meegaat in een speciale aandacht, beperk je jezelf als open oorsprong van de aandacht. Als je dat beperkte standpunt loslaat is er het onbeperkte bewust-zijn, de Onuitsprekelijkheid. Het is er, maar er is niets over te zeggen.
Non-dualiteit – Douwe Tiemersma – Gouda, 8 januari 2005 – Pagina 71-72